zaterdag 21 februari 2009

carne vale

wortelmannetje te Ninove

De winter in de laatste rechte lijn; nog een paar stuiptrekkingen alvorens de lente haar intrede doet. En in het zog van de barre wintertijd ziet het feest der gekke gezichten het daglicht. Een moment waarop deftige zakenlui en hardwerkende arbeiders hun werkplunje aan de kant schuiven en zich in een kleurrijk kostuum rijgen, hun dagelijks masker afzetten en hun ware gelaat aan de wereld tonen.

Carnaval is een gekend fenomeen in onze streken, maar zoals zoveel volksfeesten is de essentie van dit alles verdwenen. Mensen zijn niet meer geneigd om die eeuwenoude tradities in vraag te stellen, hebben geen nood meer om de oorsprong van onze gewoontes te kennen. Wij hebben het altijd zo gekend, het ís zo en het zal altijd zo zijn…maar waarom?

Het is belangrijk om te weten wat er in het verleden ligt, zodat je een betere kijk krijgt op het heden. Ook carnaval ligt ergens verscholen in de annalen van de 16e eeuw. In een tijd waar de katholieke kerk het steeds moeilijker kreeg en het protestantisme de kop opstak, moest elke ziel gered worden van de ondergang. Anders gezegd, de katholieke kerk kon maar beter haar strenge regels wat versoepelen of ze was gedoemd tot een stille dood.

Tot aan de eeuw van de Reformatie waren katholieken gebonden aan strenge vastenregels. Tijdens die periodes van onthouding was het verboden dieren van het land te eten; dus geen vlees, maar ook eieren, melk en afgeleiden zoals boter en kaas waren uit den boze. Men at vooral brood, gedroogde groenten, en het vlees werd vervangen door vis. Bovendien mocht men slechts een keer per dag eten wanneer er gevast werd.

En het zou allemaal nog meevallen, ware het niet dat er tot het einde van de 15e eeuw zoveel vastendagen waren, dat het de mensen uiteindelijk de keel uithing om zoveel vis door hun strot te proppen. Er was natuurlijk de veertigdagen-vastentijd zoals die vandaag nog bestaat tussen Aswoensdag en Pasen. Daarnaast moest er ook elke woensdag en vrijdag worden gevast. En alsof dit niet voldoende was, waren er ook nog eens vier vastendagen aan het begin van elk seizoen (toepasselijk de Quatertempers genoemd) en drie vastendagen rond Hemelvaartdag. Als je dit alles optelt, kom je op ongeveer 160 dagen. Met andere woorden, bijna de helft van het jaar dienden mensen te vasten.

De katholieke kerk verloor in de 16e eeuw zoveel aanhangers, dat ze verplicht werd de regels te versoepelen. Ze trof heel wat maatregelen, ook met betrekking tot de vastenregels. Zo zou men vanaf de 16e eeuw tijdens vastendagen opnieuw eieren en boter mogen eten. Daarnaast zou ze ook een dag voorzien waarop de bevolking echte vreetfestijnen organiseerde: mardi gras, vette dinsdag, beter gekend als het feest van carnaval.

Het carnaval was dus een katholiek feest en betekende zoveel als “vaarwel aan het vlees”: carne vale. Na deze dag zou het veertig dagen duren alvorens mensen opnieuw vlees mochten eten. En dus gingen ze tijdens carnaval nog eens goed uit de bol, trokken kleurrijke kledij aan en zetten een vrolijk masker op alvorens die veertig dagen van ingetogenheid en inkeer aan te vatten.

Carnaval was niet alleen feestvieren, maar ook een beetje de wereld op zijn kop zetten. Zo werd de gekste man van de stad verkozen tot prins carnaval. Deze man stond dan voor een dag aan het hoofd van de stad, terwijl de burgemeester tot sukkelaar werd gedegradeerd. Ook in kloosters en abdijen werden de rollen omgedraaid; zo werd de abt een novice en had de jongste novice het die dag voor het zeggen.

Vandaag zie je nog steeds dat de rollen tijdens het carnavalfeest worden omgedraaid. Aan het begin overhandigt de burgemeester symbolisch de sleutels van de stad aan prins carnaval. Eens het feest beëindigd, krijgt de burgemeester de sleutels terug.

Het weze duidelijk dat carnaval vandaag zijn religieuze connotatie is kwijtgeraakt. Voor de bevolking is het folklore, een traditie waarbij men een aantal dagen uit de bol gaat, men in gekke kleren door de stad paradeert en pintjes drinkt tot men erbij neervalt. Het wereldlijke heeft zich het religieuze eigen gemaakt. Maar men mag niet vergeten dat dit feest is ontstaan in een poging van de katholieke kerk om haar schaapjes van de verdoemenis te redden. Die schaapjes, die nu feesten als beesten…deze religieuze gemeenschap kan hen gestolen worden.

1 opmerking:

  1. Vaarwel aan het vlees zou goed voor mij zijn. Cholesterol he!! en dat terwijl ik toch echt slank ben; familieprobleem. Maar het is zo lekker.
    Leuk verhaal.

    BeantwoordenVerwijderen