
In de middeleeuwen vervulden molens een belangrijke rol in de voedselbevoorrading van de stad. Daar werden de verschillende soorten graan gemalen om er nadien brood mee te bakken of bier van te brouwen.
Het hoeft niet verteld dat de meeste molens eigendom waren van rijke heren of machtige kloosters. De molen werd verpacht aan een molenaar die naast de betaling van een vaste som tevens een deel van het gemalen goed afstond aan zijn leenheer. Hijzelf behield ook een deel van het gemalen graan als tegenprestatie voor zijn labeur.
De molenaar vervulde een belangrijke functie binnen de stedelijke samenleving. Dat blijkt onder anderen uit het feit dat hij, net zoals vrouwen, dokters en notabelen, werd vrijgesteld van ‘landweer’. Dit betekent dat wanneer de stad werd belegerd, hij niet werd ingezet bij de verdediging van de stadsmuren. Op die manier liep de voedselvoorziening van de stad geen gevaar.
Windmolens hadden bovendien ook een signaalfunctie; afhankelijk van de stand van de wieken kon men bijvoorbeeld aangeven dat er een sterfgeval was, of nog onderduikers waarschuwen in tijden van oorlog
Hoewel veel molens verdwenen zijn sinds de 19e eeuw duiken er nog regelmatig mooie exemplaren in het landschap op. Je zult merken dat geen twee molens dezelfde zijn. Elk stukje erfgoed heeft een eigen ziel en hoewel een groot deel van het windmolenbestand ‘ontwiekt’ werd, brengen deze reuzen van La Mancha kleur in ons landschap.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten